Slechts weinig panden in de binnenstad bezitten nog een privéstoep. In de Peperstraat komen we er enkele tegen. Bijvoorbeeld het pand waar nu 'de sociėteit' gevestigd is, heeft stoeppalen en een hek. We nemen een kijkje achter de voorgevel van: Peperstraat 15. Alvorens door de voordeur binnen te stappen, kijken we eens naar het bovenlicht. Dit is een raam boven de deur, dat dikwijls versierd is. Bij dit pand is dit eveneens het geval: we zien er in een lantaarn Atlas die de wereld torst. Het bovenlicht past bij het pand dat de naam 'De Wereld' draagt. Bij de meeste panden uit de Peperstraat dateert het huis - of in ieder geval de voorgevel - uit het einde van de 18e of het begin van de 19e eeuw. Dat is bij De Wereld eveneens het geval. De Bossche timmerman (zo wordt hij over het algemmen aangeduid; in werkelijkheid was hij architect en aannemer) Willem Hubert bouwde het pand in 1774. Vóór 1774 was het pand 'eene schoone welstaende huysinge, erve, leedige plaetse, aghterhuys, hoff en nieuw somerhuys'(1704), terwijl uit een verkoop in 1724 iets meer gezegd werd over de functie van het gebouw. In dat jaar was het naast een woonhuis tevens brouwerij en bierhuis ('met brouwketel, ketel, kuipen, enz.'). het pand eindigde zelfs in de Verwersstraat, waar zich nog twee 'bierhuizen' bevonden. In 1774 verbouwde Willem Hubert het geheel in opdracht van mr. Antony van Hanswijk, een Bossche advocaat. Daarmee verdween de brouwerij 'De Wereld'. In 1806 werd de 'moderne, zeer wel doortimmerde heerehuizinge' verkocht aan een rechter, mr. J.W. Half Wassenaer van Onsenoort, die het echter een jaar later weer verkocht. Op het eind van de 19e eeuw was Franciscus van Lanschot eigenaar. Hij was gehuwd met Paulina Fuchs (een jaar tevoren was een broer van Frans gehuwd met een zus van Paulina!). Hij was officier van justitie (met de bijnaam 'Jan Crimineel') en later raadsheer in 's-Hertogenbosch. Bij gelegenheid van zijn 25-jarig huwelijksfeest stichtte hij in 1894 met zijn vrouw de 'Van Lanschot-Stichting' voor huisvesting en verzorging van bejaarde ongehuwde vrouwen en weduwen. Op 1 mei betrokken de eerste vier vrouwen het nieuwe pand aan de St.-Janssingel. Frans van Lanschot reisde veel naar Italiė. Zijn belangstelling ging uit naar Italiaanse meren en Rome. Tijdens een van diens reizen overleed hij in 1903 op 70-jarige leeftijd in het Eden-Hotel in Rome. Hij werd in die plaats begraven op het kerkhof Campo Sancto dei Tedechi. Zijn weduwe bleef in De Wereld wonen. In de jaren 30 van deze eeuw werd de keel-, neus- en oorarts H.T. Simon eigenaar van het pand. Hij woonde in De Wereld en had er tevens zijn praktijk gevestigd. In 1970 verliet hij de Peperstraat, waarna een verbouwing van De Wereld plaatsvond. Sedertdien is er een sociėteit gevestigd. De gecombineerde sociėteiten Amicitia en De Zwarte Arend huisvesten er nu bijna vijfentwintig jaar. |
Sinds oktober 1965 is het grote pand aan de Peperstraat 15, met huisnaam De Wereld, een rijksmonument. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed omschreef het complex ooit als een 'deftig hoog pand'. Volgens een koopakte was het gebouw in 1704 'eene schoone welstaende huysinge, erve, leedige plaetse, aghterhuys, hoff en nieuw somerhuys'. Uit een verkoop in 1724 blijkt het naast een woonhuis tevens brouwerij en bierhuis te zijn geweest. Het perceel eindigde aan de achterkant in de Verwersstraat, waar zich nog twee bierhuizen bevonden. In 1774 verbouwde de Bossche stadsarchitect Willem Hubert het geheel, in opdracht van de advocaat Antonie van Heeswijk. Het is een van de meest aanzienlijke en zonder twijfel het hoogste gebouw in de Peperstraat. Sinds 1970 zijn de in 1949 gefuseerde sociėteiten Amicitia en De Zwarte Arend in De Wereld gehuisvest. Het pand is een goed voorbeeld van een Bossche patriciėrswoning van het einde van de 18e eeuw. Het is symmetrisch, sober en toch harmonieus van verhoudingen. Met rechts een suite (nu vóór biljartkamer en achter 'haardkamer' van de sociėteit), en links bestuurskamer, trappenhuis en keuken. Plaatselijk is het voorzien van fraaie ornamenten in Lodewijk XVI-stijl. Het is een van de weinige Bossche panden met eigen stoeppalen met hek en een privéstoep. Achterin de tuin staat een 19e-eeuws dienstgebouw, waarschijnlijk het koetshuis. Verder valt de door klassieke zuilen geschraagde loggia op, ook wel stoa genoemd. In de tuin zelf bevindt zich het origineel van de zwarte arend op het pand Markt 11. In het bovenlicht, het venster boven de voordeur, is een figuur uit de Griekse mythologie afgebeeld. Het is Atlas die volgens de klassieken de wereldbol op zijn schouder droeg. Al begin 18e eeuw is de huisnaam 'De Wereld'. De voorgevel heeft een kroonlijst met eier- en tandlijst, hardstenen omlijstingen van de ingangstravee (festoenen) en vensters, en een iets vooruitspringend middenstuk. De voorgevel vertelt nog iets uit de tijden van wateroverlast. Bij de ingang zit een kleine gedenksteen met de tekst: 18 maart 1876, met daarbij een streep die aangeeft hoe hoog het water toen in de Peperstraat heeft gestaan. Achter de voordeur bevindt zich een lange, brede, met marmer belegde gang. Opvallend zijn de houten lambrisering, de in klassieke motieven gestuukte ornamenten (Lodewijk XVI), en de gebogen deurstijlen. | 5 |
Het huis 'De Wereld' is een van de aanzienlijkste, en ongetwijfeld het hoogste van de Peperstraat. 'Een deftig hoog pand', omschreef de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in 1963 het gebouw. De huidige bestemming, onderkomen van de Vereniging Sociėteiten Amicitia en De Zwarte Arend, maakt dat Peperstraat 15 nog altijd veel 'deftigheid' uitstraalt. Wie op dinsdag of vrijdag aan het begin van de avond de Bossche Peperstraat passeert, loopt goede kans op nummer 15 enkele goed geklede, grijzende heren in of uit te zien gaan. Binnen brandt altijd de haard, tenzij het hoog zomer is. Er wordt gebiljart, gelezen, gebridged of een borrel gedronken. Het zijn de clubavonden van de Vereniging Sociėteiten Amicitia en De Zwarte Arend. Behalve door de eerbiedwaardige ouderdom van haar voorlopers Amicitia (opgericht in 1789) en De Zwarte Arend (1809), onderscheidt deze herensociėteit zich van gangbare service-clubs als Lions, Rotary en Juniorkamer door het ontbreken van activiteiten naar buiten. "Wij bieden alleen clubservice, we zijn een gezelligheidsvereniging zoals een studenten-sociėteit ook is. Wij oefenen geen dienstbaarheid aan de maatschappij", legt secretaris mr. Jan Wedemeijer (1937) uit. Het huis waar Amicitia en De Zwarte Arend in 1969 zijn intrek nam, geldt als een schoolvoorbeeld van een Bossche patriciėrswoning. Het werd in 1774 gebouwd in opdracht van de advocaat mr. Anthonie van Hanswijk. Toevallig één van de oprichters van de sociėteit in het Hollandsch Koffiehuis op de hoek van de Kolperstraat en de Markt, die later Amicitia ging heten. Het huis is ontworpen door de Bossche meester-timmerman Willem Hubert in een klassieke Lodewijk XVI-stijl. Ook deze Hubert was in 1789 betrokken bij de start van Amicitia. De voorgevel van Peperstraat 15 heeft een kroonlijst met eier- en tandlijst, hardstenen omlijstingen van de voordeur en de vensters, en een iets vooruitspringend middenstuk. Opvallend is de (vermoedelijk later aangebrachte) lantaarn in het bovenlicht met een Atlas die de wereldbol draagt. Al begin achttiende eeuw droeg het pand op dit perceel de naam 'De Wereld'. Karakteristiek voor het patriciėrshuis is zijn symmetrische indeling. Met rechts een suite (nu vóór biljartkamer en achter 'haardkamer' van de sociėteit) en links achtereenvol- | 203 |
gens voorkamer (nu de bestuurskamer van de sociėteit), een groot trappenhuis en een keuken.ApothekerIn de haardkamer herinnert een bronzen plaquette met twee elkaar grijpende handen (Amicitia) en een arend (De Zwarte Arend) aan de fusie tussen beide sociėteiten in 1949. Vooral in de suite, de later aangebouwde tuinkamer, nu de huiskamer, en de tot een ruime zaal verbouwde kamers op de eerste verdieping speelt het verenigingsleven zich tegenwoordig af. Nog steeds is de sociėteit een verzamelplaats van burgers uit de hoogste regionen, al is er wel wat veranderd. In de hoogtijdagen van beide sociėteiten was afkomst het belangrijkste criterium om als lid te worden toegelaten. "De Zwarte Arend was voor officieren van het garnizoen en voor magistraten, leden van de rechterlijke macht", vertelt president (voorzitter) Maurice Ackermans (1939). "Terwijl Amicitia zijn leden vooral recruteerde uit het oorspronkelijke katholieke patriciaat in Den Bosch. Notarissen, advocaten, artsen, een wijnkoper, zeg maar de betere middenstand die niet `over de toonbank' verkocht. Zelfs een apotheker had moeite om lid te worden", aldus secretaris Wedemeijer, zelf notaris in ruste. Ackermans vervolgt: "De laatste decennia vóór de fusie waren veel leden van Amicitia ook lid van De Zwarte Arend. De anderen waren een beetje tweede garnituur." Tegenwoordig zijn de scherpe kantjes er wel af, maar nog altijd kan niet iedereen lid worden, en niet iedereen zal dat ook willen. Wedemeijer: "We hanteren nog steeds bepaalde normen. Maar het gaat daarbij meer om cultuur dan om afkomst. Je moet met een zekere cultuur mee kunnen doen, en bereid zijn je aan bepaalde gewoonten te houden. Dat betekent bijvoorbeeld met plezier aan een borrelgesprek deelnemen, wel eens aan tafel opstaan en een verhaal houden om bij te dragen aan de algemene levendigheid."Het zijn bijna allemaal academici die lid zijn van de sociėteit. Ackermans: "In de negentiende eeuw moest je adelbrieven meebrengen of patriciaatsbewijzen. In die zin waren de sociėteiten elitair. Dat is nu natuurlijk niet meer aan de orde. Maar de charme is wel dat je hier met gelijkgestemden bent, en intellectuele gesprekken voert. Er wordt gesproken over de beurs, politiek, de kerk, de paus, het stadsbestuur." In de Peperstraat 15 gaat het zelden over Ajax of PSV, voegt de president hier haast ten overvloede aan toe. Curriculum vitaeHet ledenbestand van de sociėteit bestaat op dit moment voornamelijk uit heren die de zestig al gepasseerd zijn. "Bijna alleen maar `retired people'. Dat willen we wel veranderen. Gelukkig hebben we onlangs vier jonge kerels - allen juristen - geļnstalleerd. Heel leuk. De jongste is 32, de oudste 37. We gaan proberen de komende tijd tien ą twintig mensen erbij te krijgen in de leeftijd van 50 tot 65." Daarbij wordt van beide kanten niet over één nacht ijs gegaan. Ackermans: "Iemand die hier drie keer op uitnodiging van een van de leden binnen is geweest op een borrelavond, kan een schriftelijk verzoek indienen om aangenomen te worden als lid. Daarbij moet hij twee leden noemen die zijn verzoek ondersteunen. Het kandidaat-lid moet van onbesproken gedrag zijn, en uit zijn curriculum vitae moet blijken dat hij aan onze sociėteit een bijdrage kan leveren. Een zogeheten ballotagecommissie van vijf vooraanstaande leden, zeg maar introductie-commissie, praat met de kandidaat. Als de commissie akkoord gaat, en het bestuur dit advies overneemt, komt de kandidaat nog een keer kennis maken met bestuur en leden tijdens de 'grote borrel', die altijd op de laatste vrijdag van de maand wordt gehouden. Vervolgens hebben leden nog twee weken de kans om schriftelijk bezwaar te maken."MarmerAchter de voordeur van 'De Wereld' bevindt zich een brede en lange met marmer belegde gang. Opvallend zijn de houten lambrisering, de in klassieke motieven gestucte ornamenten (Lodewijk XVI), en de sierlijk gebogen deurstijlen. Achteraan links is de toegang tot de ruime keuken. Vroeger in gebruik door de bewoners van `De Wereld', nu omgebouwd tot restaurantkeuken. Er is een goederenliftje aanwezig ten behoeve van de grote diners, die in de bovenzaal worden gehouden. In de vroegere sociėteiten kon elke dag worden geluncht en gedineerd. Lunchen is er aan de Peperstraat 15 helemaal niet meer bij. Het diner is echter nog steeds een op dinsdag en vrijdag terugkerend ritueel, waarvan elke keer een tiental leden gebruik maakt. Ackermans doet uit de doeken hoe dat gaat: "Dan vraagt de kastelein even stilte en zegt hij bijvoorbeeld: ik heb vandaag een rundercarpaccio met truffelsaus vooraf, een hertenbiefstukje met rode wijnsaus en als dessert een bavarois met ananas. Dan kun je zeggen of je blijft dineren of niet. Er zijn er die hier nooit eten, en er zijn er die hier altijd eten. We hebben een kok, Michael Hoogveld, die fantastisch kookt. Wat hij maakt is goud." Vroeger had de sociėteit een kastelein in vaste dienst, die altijd aanwezig was. "We hebben zelfs tot in de jaren negentig van de twintigste eeuw een inwonende kastelein gehad, die gebruik maakte van de bovenwoning in ons huis, eventueel met echtgenote en kinderen." De sociėteit alleen kan het gebouw aan de Peperstraat nu echter niet meer onderhouden. "We hoeven niet zo nodig te etaleren hoe fraai we wonen. Maar het pand moet wel geėxploiteerd kunnen worden", licht Ackermans toe waarom het huis de laatste jaren ook aan derden ter beschikking wordt gesteld. Wedemeijer: "Vroeger ging de exploitatie meer uit de losse hand. Je ging met de pet rond als er een financieel probleem was. De leden hįdden daarvoor ook meer geld. Nu moet je dat anders regelen."Er zijn nu bijna dagelijks ook andere activiteiten, maar op dinsdag en vrijdag is 'De Wereld' voor de leden van de sociėteit. Wanneer een van de leden de bel beroert die op de toog staat, verschijnt nog steeds een kastelein of barbediende, die het buffet verzorgt. Bij het beheer van het gebouw houdt het sociėteitsbestuur zelf een vinger in de pap. Wedemeijer: "Dit is geen horeca-gelegenheid voor iedereen. Dat kan ook niet omdat op het pand de bestemming maatschappelijke doeleinden rust. We slagen erin het gebouw buiten de sociėteitsdagen te doen gebruiken door overwegend gezelschappen waar over het algemeen leden van de sociėteit deel uitmaken van het ledenbestand. Bijvoorbeeld een Lionsclub, een Juniorkamer, maar ook een damesclub." Ackermans: "We hebben wel altijd clubs van een goed gehalte. We willen hier geen tupperware-avond of verkoop-expositie. We mijden activiteiten die zich niet met de stijl of standing van ons pand verdragen." | 205 |
Zinken arendDe tuin is voorbehouden aan de eigen leden. Blikvanger daar is de op een voetstuk geplaatste zinken zwarte arend. Het symbool van de vroeger zelfstandige sociėteit, die gehuisvest was in het pand De Zwarte Arend aan de Markt 11. In 1863 liet het toenmalige sociėteitsbestuur hem plaatsen op het dak van het pand aan de Markt. Toen de zware arend dreigde daar doorheen te zakken, verhuisde hij naar de Peperstraat. Het pand aan de Markt kreeg een replica. Het huis aan de Peperstraat hįd trouwens al een arend, een witte. Als decoratief element in het plafond hangt hij hoog bovenin het gigantische trappenhuis.In de tuin valt voorts de door klassieke zuilen geschraagde loggia op, door de sociėteits-leden stoa genoemd, waar in de zomer nog wel eens wordt gegeten. Onderdelen van het gebouwtje zijn mogelijk achttiende-eeuws, maar het is vermoedelijk pas later in de tuin van 'De Wereld' geplaatst. Achterin de tuin staat het koetshuis, dat waarschijnlijk wél rond 1774 is gebouwd, tegelijk met het huis. Behalve een koetshuis waren er ook een stal en een bierbrouwerij, toen Van Hanswijk het perceel met opstallen kocht. Eertijds was er ook een uitgang naar de Verwersstraat. Het perceel is van 1774 tot 1969 steeds eigendom geweest van en bewoond gebleven door vooraanstaande Bosschenaren, die lid waren van één of van beide sociėteiten: J.W. Half Wassenaer van Onsenoort, F. van Lanschot en erfgenamen, en als laatste de keel-, neus- en oorarts H. Simon, die in het huis ook praktijk hield. FamiliesIn de negentiende eeuw kende De Zwarte Arend nog het fenomeen van 'tijdelijke leden', om maar aan te geven dat je in beginsel vanzelfsprekend voor het leven lid werd. Tijdelijke leden waren bijvoorbeeld officieren van het in Den Bosch gelegerde garnizoen. In de loop der jaren duiken dezelfde namen van voorname Bossche en Brabantse families steeds weer op in het ledenbestand van beide sociėteiten. Zoals Van Hugenpoth tot den Berenclaauw, Van Rijckevorsel van Kessel, Van Zinnicq Bergmann en Van Meeuwen. "Er zijn families die al twee eeuwen lang lid zijn. De Van Lanschotten bijvoorbeeld. En die blijven lid, ook al zijn ze verhuisd naar elders of zelfs naar het buitenland. We hebben nu ongeveer 200 'gewone' leden, van wie de helft actief is. En een kleine 50 buitenleden, die aan de meeste activiteiten niet mee doen en ook geen stemrecht hebben", aldus Ackermans. Er zijn namen verdwenen en nieuwe bij gekomen. De sfeer in de sociėteit lijkt echter nauwelijks veranderd. Nog steeds kunnen op sociėteitsavonden vooraanstaande Bosschenaren, al sigaren rokend in gemoedelijke sfeer, worden aangetroffen. Enkelen aan de bar, anderen biljartend of bij het haardvuur het wereldnieuws doornemend, sommigen in fauteuils in de huiskamer verdiept in de krant.Grote borrelBehalve de borrelavond elke dinsdag en vrijdag zijn er voor de leden van de sociėteit in `De Wereld' diverse activiteiten. Elke laatste vrijdag van de maand is er de 'grote borrel'. Op de tweede donderdag van de maand een bijzondere activiteit als een lezing of een huisconcert. Steeds terugkerende traditionele gebeurtenissen zijn de lente-maaltijd, de kermismaaltijd, de wildavond met kienen, de nieuwjaarsbijeenkomst met diner, en het oranjefeest op 30 april.De Vereniging Sociėteiten Amicitia en De Zwarte Arend is weliswaar een `herensociėteit', maar er komen de laatste decennia ook dames in het gebouw. "Dat is veroorzaakt door het fenomeen bridge", vertelt notaris Wedemeijer. Van oudsher werd veel gekaart in de sociėteiten. Tijdens de beide wereldoorlogen werd bridge populair. "In 1938 voerde De Zwarte Arend het dameslidmaatschap in, om mogelijk te maken dat de herenleden in de sociėteit met hun eigen partner konden bridgen. Ze kwamen hier namelijk vaak lunchen, borrelen en dineren, waarna ze nog bleven hangen. En de dames zaten altijd alleen thuis!" Inmiddels is er een heus `damescomité' met een eigen voorzitter in de persoon van C. van Zwieten-de Meijer, de echtgenote van oud-burgemeester B. van Zwieten. Wedemeijer: "Een soort nevensociėteit van een zeventigtal dames van leden en oud-leden, en ook speciaal tot het damesgezelschap toegetreden leden. Maar wij zien de dames bijna nooit. Zij komen elke derde donderdag bij elkaar in de bovenzaal. Onze evenementen op de tweede donderdag zijn wel voor hen toegankelijk." Vrijwel elke dag is er in 'De Wereld' wat te doen. Secretaris Wedemeijer: "Dat houdt het pand wel warm. Dit is beslist geen dooie hoek in de Peperstraat." Ackermans zegt: "Hier weerspiegelt zich de cultuur van vroeger, met toetsen van deze tijd." Een jaarlijks hoogtepunt is het zogeheten Heerendiner', elke eerste vrijdag van november, al twee eeuwen lang traditie. Wedemeijer: "Met zeven gangen en zes tafelspeeches. We zoeken voor dit evenement altijd een goed gebekte tafel-preses." De sfeer is er een van old boys'. "Je wil op zo'n avond wel eens terug naar je studententijd." | 207 |
In het bovenlicht, het venster boven de voordeur, van het pand Peperstraat 15 zien we een figuur afgebeeld, die een wereldbol torst. Het huis heet De Wereld en de figuur stamt uit de Griekse mythologie. Het is Atlas, de man die volgens de oude Grieken de wereldbol droeg. Slechts één keer werd Atlas voor korte tijd van deze zware taak ontlast. Dat was toen Heracles zijn twaalf werken verrichtte. Eén daarvan was het halen van de gouden appelen uit de tuin van de Hesperiden. Atlas wist de weg naar deze tuin te vinden en daarom nam Heracles zijn taak, het dragen van de wereld, even van hem over. Teruggekeerd echter, weigerde Atlas zijn zware werk te hervatten. Heracles stemde ogenschijnlijk in deze nieuwe arbeid voor hem toe, maar vroeg Atlas hem nog even te helpen, zodat hij een kussen in zijn nek zou kunnen leggen om het dragen te veraangenamen. Atlas deed dat en Heracles verwijderde zich
. Door deze list was Atlas opnieuw gedwongen de wereld te torsen.
Het huis De Wereld werd in 1774, toen het gekocht werd door mr. Antony van Hanswyk, omschreven als „eene brouwerij met desselfs huysinge en erve, genaamd De Wereld”. Van Hanswyk liet het gehele pand in hetzelfde jaar nog verbouwen door meestertimmerman en architect Willem Hubert. Bij de verkoop van het huis in 1806 werd het dan ook omschreven als „eene moderne, zeer wel doortimmerde heerehuizinge”. Het is nu nog één van de weinige Bossche panden die in het bezit zijn van stoeppalen en een privéstoep. In het pand is momenteel een sociėteit gevestigd.
De sociėteit Amicitia is op 1 mei 1789 opgericht uit ontevredenheid met het functioneren van een andere sociėteit in het huis van Frederik van der Heijden, dat Het Hollands Koffijhuis heette. In 1809 kocht men een pand aan de Markt aan dat de naam Sociėteit Amicitia kreeg. De sociėteit De Zwarte Arend was in dat jaar - 1809 - opgericht. Ook zij bezaten een pand aan de Markt. In 1869 werd dit pand geheel vernieuwd.
In 1950 gingen beide verenigingen een fusie aan. Hun naam luidt momenteel „De vereniging sociėteiten Amicitia en De Zwarte Arend”. Sedert de jaren zestig jaren zijn zij niet meer gehuisvest aan de Markt maar in het achttiende eeuwse pand De Wereld in de Peperstraat. Een brouwerij is er niet meer in gevestigd, maar er zal nog wel worden gedronken.
|
'De Wereld'. Deftig hoog pand, kroonlijst met eier- en tandlijst. Hardstenen omlijsting van deur en vensters; versierde ingangstravee (festoenen); lantaarn in bovenlicht. Stoeppalen met hek. In 1774 verbouwd door Bossche timmerman Willem Hubert. |
De voorgevel van 'De Wereld' vertelt nog iets uit de tijden van watersnood. Bij de ingang zit een kleine gedenksteen: '18 maart 1876' staat er op met een streep daarbij: zó hoog heeft het water toen in de Peperstraat gestaan. | 37 |
(No. 43) De oudst bekende eigenares van dit huis is Catharina van Vladeracken, dochter van mr. Geert, schepen van den Bosch en Margriet van Best en echtgenoote van Matheus, zoon van Albert van Beerze. Zij bezat behalve dit huis ook nog een kasteel te Aarle-Beek, dat in eene Bossche Schepenakte van 6 Juli 1542 (Reg. n°. 160 f. 527 vso) aldus omschreven wordt: quondam castellum seu quaedam domus lapidea, dicta communiter het Huys van Vladeracken, pomarium, quondam pratum, sita in parochia de Aerlebeck e regione capellae Sancti Leonardi ibidem, quae premissa dictae domicellae Catharinae a suis parentibus jure hereditario advoluta et postea in sede suae viduitatis a suisliberis coram scabinis de Aerlebeek supportata sunt.
Toen zij reeds weduwe van haren genoemden man was verkocht zij 19 November 1541 (Reg. n°. 161 f. 168) het hierbedoeld huis, dat toen aldus beschreven werd: huis, erf, plaats en achterhuis, staande aan de Peperstraat tusschen het huis van Jan van Eyndhoven ex uno en dat van de kinderen van Jacob Willemszoon ex alio, aan Gijsbert Pels, behoudens het recht om eene kamer in dit huis te gebruiken.
Genoemde Pels, die de zoon was van Jan Gijselbertszn
| 441 |
Pels en Postulina van Campen 1), voerde bet praedicaat van Jonker en was heer van Milheeze en van het huis Ter Aa onder Berlicum, alsmede schepen van den Bosch; hij had tot vrouw Johanna van Vladeracken 2), de dochter van mr. Johan, (den broeder van de verkoopster), heer van Geffen en van het huis te Nuland. en president-schepen van den Bosch en Anna van der Aa, dochter van Jan en Maria Pels. Van zijne voorzegde vrouw had hij deze kinderen: Jan; Gerard, heer van Milheeze, die huwde met Helena van Brempt, dochter van Herman en Anna, de dochter van Goeswijn van der Aelsvoirt; Everard, die kinderloos stierf en tot vrouw had Catharina de Leeuwe; Anna, de huisvrouw van Jor. Peter van Eyck, zoon van Lucas en Arnolda van Erp en Postulina Pels, die huwde met Herman de Leeuwe. Van deze kinderen erfde Jor. Jan het hierbedoeld huis; hij stierf kinderloos en toen erfden het van hem zijne zuster Anna en zijn oomzegger Jor. Johan, zoon van zijnen broeder Jor. Gerard Pels.
Anna Pels, toen reeds weduwe van Jor. Peter van Eyck en genoemde Jor. Johan Pels, toen woonachtig te Zevenbergen, verkochten 17 Februari 1609 (Reg. no. 307 f. 210 vso) dat huis, hetwelk alstoen gezegd werd te zijn: huys, erve, plaetsche, hoff ende achterhuys", staande in de Peperstraat en uitgang hebbende door eene groote poort in de Ververstraat, zijnde begrensd, het huis door het huis 3) van Elisabeth van den
| 442 |
Steenwech Jeronimusdochter, begijn in het Groot Begijnhof te den Bosch, en het erf van zeker gasthuis, d'een teynden den andere Noordwaarts, ex uno en door het huis van Laureyns, zoon van Jan Melen, schoolmeester, ex alio, en de poort in de Ververstraat door het huis van den H. Geest te Schijndel ex uno en dat van Cornelis, den pottenbakker, ex alio, - aan mr. Gerard van Tulden, rentmeester van den Bosch, zoon van Dierck Henrickszn. Hij had van zijne vrouw Anna van Arckel Jacobsdochter deze kinderen: Dirck, Jacob, mrs. Henriek en Frans, priesters, Pieter en Lamberta 4); zij verkochten dat huis 7 April 1610 (Reg. n°. 251 f. 399) aan Goossen, zoon van Joorden Peterszn, doch mr. Jan van Tulden, raad-ordinaris van den Rade, geordineerd in Brabant, vernaderde het 22 Mei daaraanvolgende; deze was de zoon van mr. Nicolaas van Tulden, schepen van den Bosch en Maria Heymans, welke Nicolaas wederom een zoon was van Dierck van Tulden en diens tweede vrouw Catharina van Cuyck 5); zijne echtgenoote was Catharina van de Water, van wie hij kinderen had; als hun voogd verkocht hij 25 October 1627 (Reg. n°. 254 f. 466) het hierbedoeld huis aan mr. Jan van den Leemputte, raad van den Bosch, zoon van Huybrecht en Catharina van Turnhout, die van zijue vrouw Johanna van Ravesteyn, dochter van Jan Wouterszn en Heylken, de dochter van Jan Stooters, den zoon van Mathijs Lambertszoon, deze kinderen had: Jan; Huybrecht; Catharina; Helena Maria; Hesther en Elisabeth. Bij gerechtelijke executie, denkelijk ten hunnen laste gedaan, werd dit huis 8 Juni 1648 gerechtelijk uitgewonnen door mr. Theodore Smets als man van Maria van de Water; deze werd er toen eigenaar van, waarna hij het 13 Augustus van dat jaar (Reg. n°. 428 f. 425 vso) verkocht aan mr. Lazarus van Sonst, raad van den Bosch, van wien het geėrfd werd door diens dochter Catharina, de echtgenoote van Juriaen van Luinen, ook raad | 443 |
van den Bosch; van haar erfden het de onmondige kinderen van Jacob van Nispen, raad van Vlissingen en Alida van Laren; van Cornelis de Rase te Vlissingen en Elisabeth van Laren en van Johan Aernout Wichelhuysen; de vaders van die kinderen verkochten 27 November 1704 (Reg. n° 516 f. 443 vso) dat huis aan Franēois van Rotterdam, schepen van den Bosch; het werd alstoen omschreven als: eene schoone welstaende huysinge, erve, leedige plaetse, aghterhuys, hoff en nieuw somerhuys, staende aen de Peperstraet by de Oude Dieze tusschen huys ende erve van de verkoperen suydwaerts 6) ex uno ende tusschen huys ende erve van Juffr. Verhaeren ex alio. Van genoemden kooper erfde dit huis zijne vrouw Elisabeth van Velsen. Cornelis van Blotenburg, medicinae doctor te en schepen en raad van den Bosch als executeur van haar testament verkocht het 2 November 1724 (Reg. n°. 541 f. 334) aan Leonard van Ceulen; het werd toen omschreven als: huis, erf, brouwerij en bierhuis, met brouwketel, ketel, kuipen enz., staande in de Peperstraat tusschen de huizen der Wed. Bouwman en van Hendrick Storm en uitkomende met een poortje in de Ververstraat; blijkens die omschrijving moet het tijdens het bezit der echtelieden van Rotterdam eene bierbrouwerij met bierhuis geweest zijn; het werd alstoen de Wereld genaamd. Van genoemden van Ceulen erfde dit huis zijne dochter Cornelia Maria van Ceulen, de echtgenoote van den reeds meermalen genoemden Dr. Petrus Josephus van Berckel, geboren te den Bosch 16 Juni 1741 en aldaar kinderloos overleden 20 Mei 1817, zoon van Theodorus, goud- en zilversmid aldaar en Catharina Backers; hij verkocht het 2 April 1774 | 444 |
(Reg. n°. 592 f. 110 vso) aan mr. Antony van Hanswyk, advocaat te den Bosch; het werd toen omschreven als: eene brouwerye met desselfs huysinge en erve, genaamd de Wereld, staande in de Peperstraat tusschen het huis der erven Tempelaer ex uno en dat van van Mourik ex alio en komende ter zijde uit met twee bierhuizen aan het eind van de Ververstraat en met een huisje daarnevens in die straat. Genoemde van Hanswyk, die later hoog- en laagschout der stad en Meierij van den Bosch was, deed dit huis geheel verbouwen door den reeds meermalen genoemden Bosschen timmerman en architect Willem Hubert; hij verkocht dit door hem verbouwd huis met voormelde bijbehoorende huizen 6 Juni 1806 aan mr. Jacob Willem Half Wassenaer van Onsenoort, lid van de Hooge Crimineele Vierschaar over de stad en Meierij van den Bosch, wonende in die stad; die huizen werden alstoen omschreven als volgt: eene moderne, zeer wel doortimmerde heerehuizinge in de Peperstraat E nos 136 en 137 ex uno C. Mourik, ex alio Leonardus van Eisdonk, met eenen uitgang in een straatje, dat uitkomt in de Peperstraat; koetshuis en stal, uitkomende in de Ververstraat, en staande tusschen de beide volgende huizen en zijnde genummerd F. 32 en 33; een heerenhuis, staande in de Ververstraat naast voorschreven koetshuis en genummerd F. 35 en een huisje, staande in die straat tusschen voorzegden stal en het huis van Mathijs Lowendie. Laatstgenoemde kooper was 5 Februari 1775 te den Bosch geboren uit het huwelijk van Bernard Jacob Half Wassenaer van Onsenoort en Petronella Jacoba Maria van Engelen; hij huwde Barbara Jacoba van Willigen en stierf te den Bosch 5 Februari 1837.
Hij verkocht het huis de Wereld, dat hij metterwoon had betrokken, in 1807 en vestigde zich toen metterwoon in het door hem in dat jaar gekocht huis, hetwelk thans het Hypotheekkantoor is. Het huis de Wereld is thans het eigendom der erfgenamen van mr. Frans van Lanschot, oud-raadsheer te den Bosch.
| 445 |
Noten | |
1. | In 1443 leefde een Jan Pels, wiens moeder Geertruid van der Voort Hubertsdochter, echtgenoote van Martinus Pels, in dat jaar van Wolter, zoon van Henrick van Broeckhoven en Margaretha, de dochter van Willem Back Mathijszoon, kocht eene grondrente, gaande uit land onder Berlicum. |
2. | Beiden liggen in de tegenwoordige Protestantsche kerk te Berlicum bij den Bosch, begraven onder eene prachtige grafzerk, waarop het volgend grafschrift uitgehouwen staat: Hier leet begraven Ghisbrecht Pels, raedsheer der Stadt van 's Hertogenbos sterf a° 1558 26 Decemb. ende Joffr. Johanna van Vladerack, sijn huysvr. sterf ende Jan Pels (hender beyder outste soon, sterf a° 1560 9 Decemb. |
3. | Aleid, dochter van Jeronimus van den Steenwech, had dit huis, dat vroeger had toebehoord aan mr. Wouter Janszn, priester en kapelaan van het Groot Begijnhof te den Bosch, 10 Juni 1580 gekocht (Reg. no. 238 f. 291 vso); het werd N. waarts begrensd door dat van Berwinus van Os. |
4. | Zie Dl. I blz. 201. |
5. | Taxandria IV p. 60. |
6. | Dit huis werd 27 Nov. 1704 door dezelfde verkoopers verkocht aan Hendrik Storm; het werd alstoen gezegd te staan tusschen hun voorschreven groot huis ex uno en het hoekhuis, genaamd het Molentje, ex alio, en zich uit te strekken tot aan het erf van dat groot huis (de Wereld geheeten). Genoemde Catharina van Sonst had het 13 Dec. 1691 gekocht van Francois van Blotenburg q q. (Reg no 516 f 446). Het huis het Molentje was met een daarnaast in de Ververstraat staand huis 23 Juni 1563 gekocht door mr. Christoffel van Vladeracken (Reg. no. 281 f. 56 vso). |
Nummer 15, huis de Wereld heeft een zeer mooi bovenlicht waarin een Atlasfiguur is afgebeeld. Dit statige herenhuis dateert uit 1774 en is gebouwd door mr. Antonie van Hanswijk, naar een ontwerp van de Bossche architect Willem Hubert. Het pand is een goed voorbeeld van de architectuur van het einde van de 18e eeuw. Het heeft een zeer mooi bovenlicht waarin een Atlasfiguur is afgebeeld. Het is symmetrisch, sober en toch harmonieus van verhoudingen en plaatselijk voorzien van fraaie ornamenten in Lodewijk XVIe-stijl. Achter in de tuin staat een 19e eeuws dienstgebouw, waarschijnlijk het koetshuis. In de tuin zelf bevindt zich het orgineel van de zwarte arend op het pand Markt 11. | 38 |
2019 |
Maarten van Boven, Jac. Biemans, Jan Brouwers, Maurice Ackermans en Fons DuchateauBossche Heeren : Een biografie van het Bossche Sociėteitsleven 1789-2019Picture Publishers | ISBN 94-9257-619-4 |
|
Het huis 'De Wereld' in 1945Hendrik de Laat (1900-1980)(aquarel, 25.5 x 18.0 cm) Particuliere collectie |
2010 |
Sociėteiten Amicitia - De Zwarte ArendPeperstraat 15Dit statige herenhuis uit 1774 herbergt nu een sociėteit die is ontstaan uit een fusie van twee respectabele sociėteiten uit de 18e eeuw, toen welgestelde burgers zich aansloten bij of de Orangistische Groote Sociėteit, gevestigd in het pand de Zwarte Arend, aan de Markt, óf de Sociėteit in het Hollandsch Koffiehuis, ook aan de Mark, op de linkerhoek van de Kolperstraat. Later werd de naam Sociėteit Amicitia aangenomen. Het pand aan de Peperstraat is een kenmerkend voorbeeld van een statige en sobere klassieke bouwtrant met spaarzame Lodewijk XVI-ornamenten. De huidige vensters zijn van iets jongere datum (omstreeks 1800, empirestijl). In het interieur komen Louis XVI-ornamenten terug, bijvoorbeeld in het stucwerk in de gang en het trappenhuis. In de achtertuin bevinden zich een 19e-eeuws koetshuis en een typisch 19e-eeuwse klassieke zuilen-pilastergalerij (stoa).
Magazine Open Monumentendag (2010) 21
|
|
2015 |
Sociėteiten Amicitia en De Zwarte ArendDit herenhuis is gebouwd in 1774 naar ontwerp van de Bossche stadsarchitect Willem Hubert. Twee sociėteiten uit de 18e eeuw, waarin welgestelde, politiekbewuste burgers zich aansloten, zijn hier gefuseerd tot één sociėteit. Dit waren de Orangistische Groote Sociėteit, gevestigd in het pand de Zwarte Arend aan de Markt en de aristocratische, patriottische sociėteit Amicitia, gehuisvest aan de Markt op de linkerhoek van de Kolperstraat.Het pand aan de Peperstraat vormt de perfecte ambiance voor de sociėteit. Aan de buitenzijde is het een voorbeeld van de sobere klassieke bouwtrant van Lodewijk XVI. De huidige empire vensterindeling is van omstreeks 1800. Het stucwerk in het interieur is uitgevoerd in Lodewijk XVI-stijl, met ornamentiek in het stucwerk in de gang en het trappenhuis. In de tuin achter het huis bevindt zich een 19e-eeuws koetshuis, aan de rechterzijde is in dezelfde periode een klassieke hardstenen zuilen-pilastergalerij (stoa) opgericht.
Magazine Open Monumentendag (2015) 18
|
1774 | Antony van Hanswijk |
1822 | (Peperstraat E 136): Hermanus Wilhelmus Gautier (Gepensioneerd Kapitein) |
1822 | (Peperstraat E 137): Adrianus Goekoop (Hoofd Ingenieur bij de waterstaat) |
1865 | wed. V.C.G. Dittlinger (particulier) |
1875 | mr. F.A.J. van Lanschot (offic. van justitie) |
1881 | mr. F.A.J. van Lanschot (raadsh. in het gerechtshof) |
1908 | mr. wed. F.A.J. van Lanschot-Fuchs |
1910 | mr. wed. F.A.J. van Lanschot-Fuchs |
1928 | jhr. mr. P.G.M. Meeuwen |
1943 | C.A.M. Mommers (verpleegster) - wed. H.J.M. Mommers-Krugers - H.T. Simon (keel-, neus- en oorarts) - H.Th. Simon (keel-, neus- en oorarts) |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 74
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) I. 327, 410; II. 301
Charles de Mooij en Aart Vos, 's-Hertogenbosch binnenskamers (1999) 12, 13, 14
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 143, 232, 233, 264, 265